Een nieuwe school
Opgewekt stapt Manon de ruime speelplaats op van haar nieuwe school. Nadat ze op haar vorige school bijna vijf jaar van haar carrière gaf, kreeg ze op het einde van het vorige schooljaar te horen dat ze haar jammer genoeg geen lesuren meer konden aanbieden. De directeur vond het zo spijtig haar te moeten laten gaan, dat hij zelf op zoek ging naar andere scholen in de gemeenschap waar ze terecht zou kunnen. Al snel reageerde de directie van Het Wolkenpad, een basisschool dat twee dorpen verderop lag. Een ideale afstand voor Manon, want ze woont net middenin tussen beide scholen. Zelfverzekerd kijkt ze rond naar de schoolgebouwen die rond de betegelde speelruimte staan. Even verderop ziet ze een kleinere man uit één van de gebouwen komen en zich naar haar toe haasten. Ze herkent hem meteen als meester Jack, de directeur waarmee ze bijna twee maanden geleden een zeer aangenaam gesprek had.
‘Hoi, juf Manon. Hoe gaat het met je? Hoe is je zomer geweest?’ Vraagt hij haar opgewekt.
‘Heel goed, dank je wel. En hoe was jouw zomer?’
‘Veel te kort, zoals altijd. En nu staan we weer klaar voor een spetterend nieuw schooljaar. Ik hoop dat je er zin in hebt.’ Hij kijkt haar verwachtingsvol aan.
‘Ik heb er ongelooflijk veel zin.’
‘Super. Kom, dan neem ik je mee naar je nieuwe klaslokaal.’ Ze volgt meester Jack naar het gebouw dat links van haar staat, langs de grote deur midden in het gebouw gaan ze de gang naar binnen en volgen ze de gang rechts tot ze voor haar klaslokaal halt houden.
‘Bijzonder moment, vind je niet?’ Meester Jack kijkt haar met pretoogjes aan.
‘Heel bijzonder. Ik heb er echt zin in.’ Beantwoordt ze hem vrolijk. Hij opent de deur en de geur van een zomers klaslokaal komt haar meteen tegemoet. In de verte hoort ze de vage geluiden van de kinderstemmen en het gelach dat de komende maanden het lokaal zal vullen. Ze stapt naar binnen en kijkt vrolijk rond. Aan de muur hangen alvast de vele, typische geheugensteuntjes die bij een derde leerjaar horen. De maaltafels, tellen tot 1.000, een aantal spellingsregels. Alle stoelen staan op de tafels en de boekenkast achteraan in de kast ligt er nog piekfijn bij.
‘Ik laat je. Dan kan je meteen aan de slag.’ Ze knikt terwijl meester Jack de deur van het lokaal achter haar sluit. Ze zet alle stoelen weer netjes op de grond achter ieder bureau, plaatst haar laptop op haar tafel die vooraan de klas staat en opent de mail die ze vorige week ontving met alle namen van haar nieuwe leerlingen. Uit de kast neemt ze felgekleurde bladen papier en een pak stiften, waarmee ze zich aan knutseltafel zet. Eén voor één werkt ze alle namen uit op prachtige naamkaartjes die ze willekeuring over de verschillende banken verspreidt. Nog vijf dagen, en dan gaat de schoolpoort ook voor deze kinderen open en mag ze hen ontmoeten.
‘Komaan, Yenthel. Dadelijk komen we nog te laat.’ Cedric spoort zijn dochter langs de trap aan, in de hoop dat er wat snelheid in haar acties komt, wetende dat het allicht weinig tot niets uit zal halen. Hij hoort wat gestommel boven, iets wat lijkt te vallen en het voortdurende geneurie van zijn dochter dat hervat. Radeloos krabt hij zich in zijn haren. Met een rustige tred gaat hij naar haar slaapkamer en ziet hij dat ze intussen weer rustig tussen haar poppen op de grond zit.
‘Yenthel, schatje, we moeten echt doorgaan. Ik moet je eerst nog even bij Moeke afzetten en ik heb zo meteen een afspraak bij je juf op school.’ Hij hurkt naast haar neer en trekt zo haar aandacht uit haar spel.
‘Oh, ja. Sorry, papa.’ Ze legt de pop in haar handen neer en neemt zijn hand vast. ‘Kom, dan gaan we.’ Opgelucht staat hij op. Even later zit ze vrolijk op haar fiets. Naast mekaar fietsen ze over het pad dat hen naar zijn ouders brengt. Nog steeds is Cedric blij dat hij destijds in zijn geboortedorp is blijven wonen, in plaats van zijn ex-vrouw te volgen en een half uur verderop te gaan wonen. Dan had hij nu eens zo bedrogen uitgekomen en er helemaal alleen voor gestaan. Sinds zijn ex-vrouw het huis uit is getrokken, kan hij op de steun en hulp van zijn moeder rekenen om voor hun dochter te zorgen wanneer hij moet werken. Of wanneer hij schoolafspraken heeft, zoals vanavond. Nadat hij Yenthel heeft afgezet, fietst hij de anderhalve kilometer verder naar school en zet hij zijn fiets in de stalling naast de poort. In de gang vlakbij haar klaslokaal, zet Cedric zich op een stoel die voor hen klaarstaat in de gang. Niet veel later komt ook zijn ex-vrouw toe. Al snel gaat de deur van het lokaal open en lijkt Cedric in de ogen van een levende engel te kijken. Haar vriendelijke blik schittert als een heldere sterrenhemel.
‘Goeieavond, jullie zijn vast de ouders van Yenthel?’ Haar stem klinkt hem als muziek in de oren en met moeite weet hij zich te herpakken wanneer hij zijn ex-vrouw hoort reageren.
‘Komt u maar binnen.’ Ze laat hen beiden passeren, voordat ze de deur weer sluit. Met haar handen gebaart ze naar twee kleine stoelen die naast mekaar staan, tegenover twee banken met aan de andere kant nog een kleine stoel.
‘Zet jullie neer. Probeer het je gemakkelijk te maken. Ik weet dat dit niet gemakkelijk is op zo’n kleine stoelen.’ Haar lach verblindt opnieuw zijn zicht. Zodra ze neerzitten, kijkt ze hen verwachtingsvol aan.
‘Jullie hadden mij gemaild met de vraag om mij te spreken. Waar kan ik jullie mee helpen?’
Meteen na haar vraag, recht zijn ex-vrouw haar rug en neemt ze het woord.
‘Wel, we hebben begrepen dat u helemaal nieuw bent op onze school. En dus kent u Yenthels voorgeschiedenis niet. Yenthel heeft autisme en ze heeft dus de nodige ondersteuning nodig in de klas. Vorig schooljaar werden er door juf Britt en aantal heel goede tools aangereikt, en we wilden dit graag met u opnemen.’ Begripvol knikt juf Manon.
‘Ik heb in de zomervakantie alle leerlingendossiers ontvangen van juf Britt, ook dat van jullie dochter Yenthel. Daar heb ik inderdaad in gelezen dat ze autisme heeft, met enige achterstand op vlak van rekenen en lezen. Op dit ogenblik is dat nog niet zorgwekkend. Deze eerste dagen heb ik er bij haar wat meer op gelet en ik moet inderdaad mijn collega hierin volgen.’ Ze glimlacht en Cedric kan met moeite zijn aandacht bij het gesprek houden. Hoe moet hij verdorie een gans jaar zien door te komen met een juf als Manon? Samen met zijn ex-vrouw, overloopt juf Manon de verschillende ondersteuningsmiddelen. Daarbovenop reikt ze nog een aantal andere zaken aan die Yenthel kunnen helpen die ze op haar vorige school gebruikte bij kinderen met autisme.
‘Uit ervaring weet ik dat het belangrijk is dat we een goed contact onderhouden en samen kort op de bal spelen. Daarom zal ik jullie wekelijks een klein overzicht meegeven van mijn bevindingen in de klas, zodat jullie dit steeds op de voet op kunnen volgen. Is het goed als ik dit bezorg via een brief ik telkens in de agenda meegeef?’
‘Eigenlijk, kan je dat mailen? We leven namelijk gescheiden, en die brieven gaan uiteindelijk toch wel eens verloren gaan.’ Reageert zijn ex-vrouw, gepaard met een venijnige blik in zijn richting. Wat nou? Ik heb nog nooit iets verloren gedaan!
‘Geen probleem, ik zal het iedere vrijdag na afloop van de lesdag wel even op mail zetten. Dat werkt misschien nog sneller en gemakkelijker. En het bespaart bovendien papier.’ Bemiddelt juf Manon meteen. ‘Heb ik allebei jullie e-mailadressen?’ Juf Manon opent haar laptop en scrolt door het scherm.
‘Normaal wel ja. Toen ik je mailde om deze afspraak te maken, heb ik de papa in CC gezet. Dat doe ik altijd.’ Klinkt het triomfantelijk naast hem.
Twee maanden. Twee lange maanden is het geleden sinds de papa van Yenthel een eerste keer in haar klaslokaal zat. En vanmiddag heeft ze opnieuw een afspraak met haar ouders, de derde keer al dit schooljaar. Haar moeder lijkt wel de touwtjes strak in handen te willen houden en haar vader lijkt dag en nacht eindeloos in juf Manons hoofd rond te dwalen. Wat is het toch met die man. Sinds ze hem die eerste keer zag, leek ze getroffen door een bliksem. Zijn helderblauwe ogen deden haar meteen denken aan een meer in de Alpen, fris en onaantastbaar. Toen ze vernam dat hij gescheiden leefde van zijn ex-vrouw, was ze gelijktijdig opgelucht en teleurgesteld. Ze kan het toch niet maken om iets te beginnen met een vader van één van haar leerlingen. Dat is gewoonweg ongehoord. Hoe moet ze het dan nog zeven maanden lang volhouden aan dit tempo. Ze haast zich naar het kleine leslokaal van de zorgjuf, waar juf Nancy al op haar wacht. De moeder van Yenthel tikt ongeduldig op haar knie, naast haar zit de vader voor zich uit te staren.
‘Sorry dat ik wat later ben, er waren nog een aantal kinderen die hun boterhammendoos niet meteen terugvonden.’
‘Geen probleem, juf Manon, we hadden de mama en papa al gewaarschuwd dat het ’s middags altijd hectisch is.’ Vriendelijk lacht Manon naar haar collega voordat ze plaatsneemt en het gesprek start. Het daaropvolgende uur overloopt ze samen met de zorgjuf de vooruitgang van Yenthel in de klas en de bezorgdheden die ze beiden hebben. Ze sluiten het gesprek af met het advies aan de ouders om externe hulp te zoeken buiten de school. Met de adressen van een aantal logopedisten in de omgeving op een papier gebundeld, stuurt ze de moeder op pad.
‘Excuseer mij voor mijn ex-vrouw.’ Zegt de papa van Yenthel tegen haar, voordat hij aanstalte maakt om door te gaan. ‘Als het om Yenthel gaat, dan lijkt ze soms wel een tijger.’
‘Geen probleem, meneer. Ik begrijp het wel.’
‘Cedric. Zeg alsjeblief Cedric.’ Zijn ogen kijken haar vriendelijk en flikkerend aan. Verdorie toch, hoe moet ik die blik ooit weerstaan?
‘Geen probleem, Cedric. We komen er wel uit dit jaar.’
‘Ik hoop het. Vorig jaar leek ze veel rustiger. Ik weet niet wat haar gebeten heeft, maar ze lijkt haar klauwen erin te hebben gezet.’ Ze moet lachen om zijn uitspraak.
‘Als er iets is, je weet me te vinden.’ Zegt ze met een knipoog. ‘Ik moet nu echt doorgaan. Het belt dadelijk en ik zou graag nog even iets eten.’
‘Natuurlijk. Sorry. Geen probleem.’
Naar jaarlijkse gewoonte wordt de kerstvakantie ingezet met het schoolbal. Alle leerlingen zijn naar huis met hun kunstwerken en nieuwjaarsbrieven, de klassen zijn opgeruimd en gepoetst en alle leerkrachten hebben samen met het oudercomité sinds het sluiten van de school eerder vandaag, hun beste beentje voorgezet om de zaal klaar te maken voor de fuif. De DJ draait de meest recente hits, afgewisseld met de beste klassiekers uit de jaren negentig. Juf Manon zit achter de kassa aan de inkom en ziet de rij wachtenden om binnen te komen alleen maar langer en langer worden. Ouders van kinderen die momenteel op school zitten, oud-leerlingen en ouders van oud-leerlingen. De jaarlijkse schoolfuif is een gegeven in dit dorp.
‘Hoi daar, fijn om je ook eens zo te zien.’ De papa van Yenthel staat in al zijn pracht voor haar, met een nette jeansbroek en een donkerblauwe polo aan. Het lijkt wel of haar adem even in haar keel stokt.
‘H-hoi. Hey. Hoe gaat het?’ Stamelt ze bijna.
‘Super. Fijn dat het eerste deel van het schooljaar er al op zit. En dat zonder er doden zijn gevallen.’ Ze moeten lachen.
‘Vijf euro alsjeblief.’ Reageert ze snel, om aan te geven dat hij zijn inkom moet betalen en door moet gaan om alle wachtenden niet nog meer op stang te jagen. Hij schuift haar een briefje van vijf toe.
‘Kom straks even bij ons staan.’ Zegt hij nog snel, voordat hij van haar collega Gert een stempel op zijn hand krijgt en doorgaat.
Zodra de kassa om twee uur ’s nachts sluit, staat Cedric bij haar.
‘Kom even mee, dan stel ik je voor aan een aantal mensen die je vast nog niet kent.’ Verlegen volgt ze hem, niet zeker of dit wel de beste beslissing is die ze kan maken. Haar brein roept haar toe dat ze afstand moet houden, toch tenminste tot eind juni. Haar hart maakt een dubbele flik en springt vrolijk op en neer. De rest van de avond lacht en praat ze met Cedric en voor het eerst sinds het begin van het schooljaar, gaan de gesprekken niet over zijn dochter.
Januari en februari lijken nog erger dan het eerste trimester van het schooljaar. Wekelijks staat de mama van Yenthel wel aan de klasdeur met één of andere opmerking. Tot overmaat van ramp, stuurt de vrouw een mail naar de schooldirectie waarin ze de werking en manier van lesgeven van juf Manon aanklaagt. Beide ouders worden uitgenodigd voor een gesprek met meester Jack. Waar de moeder echter niet op voorbereid was, was dat ook juf Manon en de zorgjuf Nancy aanwezig waren. Stomverbaasd komt ze het kleine lokaal binnen, waar de drie schoolmedewerkers op hen wachten. Wanneer even later Cedric ook toekomt, sluit meester Jack de deur van het lokaal af en brengt hij het gesprek op gang.
‘Goeieavond mevrouw, meneer. Dank jullie wel dat jullie wilden komen. Ik heb jullie uitgenodigd na de mail van mevrouw. Daar had ik graag wat meer duidelijkheid over ontvangen om vervolgens met z’n allen op zoek te gaan naar een goede oplossing.’
‘De enige goede oplossing lijkt me een andere leerkracht. Dit lijkt nergens naar.’
‘En waarom stuurt u daarop aan, mevrouw?’ Vraagt meester Jack oprecht geïnteresseerd. ‘Wat zijn volgens jou de werkpunten waar juf Manon te kort schiet?’
‘Het gaat gewoon niet. Yenthel staat achter in haar leerstof, ze gaat echt niet graag meer naar school en ze vertelt me dat juf Manon altijd boos is op haar.’ Manon kan met moeite haar verdediging inslikken, wetende dat het klinkklare onzin is.
‘Dat stond inderdaad in uw mail, mevrouw. Ik heb dan ook Yenthel eergisteren even uit de les gehaald en ben met haar in gesprek gegaan, onder begeleiding van een medewerker van het CLB.’ Plots trekt alle kleur weg uit de vrouw haar gezicht.
‘Hoezo? Waarom halen jullie haar uit de les. Geloven jullie mij soms niet?’ Haar stem klinkt luider en nog meer geagiteerd.
‘Het gaat er niet om dat wij geen geloof hechten aan jouw verhaal, mevrouw. Het gaat ons om het welbevinden van onze leerlingen. De medewerkers van het CLB kunnen ons daarin perfect ondersteunen.’ Probeert de directeur rustig tot haar door te dringen. ‘Uit het gesprek met Yenthel is echter gebleken dat ze heel tevreden is, en dat ze juf Manon graag heeft. Ze gaf zelfs aan dat juf Manon heel veel geduld met haar heeft en alles altijd heel goed probeert uit te leggen.’
‘Ja, zoals ze het aan Cedric probeert uit te leggen zeker. Met haar benen open.’ Roept de vrouw plots uit. Geschokt door deze reactie, valt er plots een stilte over de ruimte. Meester Jack knikt begrijpend en maant zowel Nancy als Manon aan om het lokaal te verlaten.
Meester Jack gaat Manon voor in zijn bureau. Zodra ze neerzitten, steunt hij op zijn onderarmen en kijkt hij haar medelevend aan.
‘Vertel eens, wat is er gaande tussen de vader van Yenthel en jou?’
‘Niets.’ Zegt ze schouderophalend. ‘Ik weet niet eens waar ze dat vandaan haalt. Ik zie hem enkel tijdens de gesprekken waar ze bij is. En op het schoolbal heb ik even bij hem gestaan.’ Antwoord ze naar alle eerlijkheid.
‘Ik zie het.’ Knikt hij. ‘Wel, het lijkt erop dat de mama van Yenthel ervan overtuigd is dat jullie een relatie met mekaar hebben. Is er iets wat die richting op gaat?’ Ze haalt haar schouders op.
‘Ik weet het niet. Echt.’ Schudt ze haar hoofd. ‘Ik ga hier mijn privéleven niet open en bloot op tafel leggen, maar ik zou nooit een relatie beginnen met de vader van één van mijn leerlingen, dat vind ik totaal ongepast.’
‘Daar ga ik niet over. De school maakt er in ieder geval geen probleem van moest dit zo zijn. Wat ik je wel wil meegeven, is om mij op zijn minst op de hoogte te houden, moest dit toch zo zijn. Al is het maar om toekomstige problemen te voorkomen.’ Zegt hij begrijpelijk. ‘De wegen van het hart zijn soms ondoorgrondelijk, Manon. Laat je daar niet in tegenhouden door regels die jij jezelf oplegt.’ Met die laatste woorden geeft hij het einde van hun gesprek aan. Stomverbaasd trekt Manon de deur van zijn kantoor achter zich dicht en slentert ze naar haar wagen.
Bang houdt Manon halt aan de rand van de onverlichte schoolparking. Tegen haar auto leunt een donkere gedaante. Ze neemt haar mobiele telefoon uit haar handtas en belt haar beste vriendin.
‘Lieve, blijf even aan de lijn alsjeblief. Er staat iemand tegen mijn auto aan en de parking is niet verlicht. Ik doe het bijna in mijn broek;’
‘Geen probleem, schat. Doe voorzichtig. Waar ben je?’
‘Op school. Ik heb nog wat verbeterwerk gedaan en hier is verder niemand meer.’ Zegt ze nog snel. ‘Ik stop mijn telefoon in mijn handtas, dan valt het niet op.’ Geeft ze nog snel door aan haar vriendin, voordat ze haar telefoon weer wegstopt en met een klein, bang hart naar haar wagen wandelt. Vanop een afstand ontgrendelt ze deze al, waardoor de donkere gedaante rechterop gaat staan en zich naar haar toe draait. Cedric. Snel reikt ze naar haar handtas en neemt ze haar telefoon weer.
‘Het is in orde. Niks aan de hand.’ Laat ze snel weten, voordat ze het gesprek beëindigt.
‘Wat, euh. Wat doe jij hier?’ Vraagt ze aan Cedric.
‘Ik wilde je nog even spreken na die bom die Jessy daarstraks dropte. Het spijt me, echt.’
‘Jij moet je niet verontschuldigen voor de daden van je ex-vrouw.’ Reageert ze voorzichtig.
‘Ja, nee.’ Stamelt hij.
‘Wat is het? Ja of nee?’ Lacht ze hem vriendelijk toe.
‘God, ja. Sorry. Ik weet niet wat het is met mij als jij in de buurt bent. Ik denk duizenden dingen en geen enkel deftig woord rolt er over mijn lippen.’ Geeft Cedric eerlijk toe.
‘Ik vind je leuk, Manon. Al vanaf de eerste keer dat ik je zag. En het laat me sindsdien niet meer los. Ik wil je beter leren kennen. Ik wist alleen niet of dat wel gepast was. Weet je wel, omdat jij de juf bent van Yenthel. Maar goed. Ik euh.’ Plots valt hij stil en kijkt hij haar met wanhopige ogen aan.
‘Ik vind jou ook leuk.’ Zegt ze voorzichtig. ‘Maar…’ Hij houdt zijn hand op en schudt zijn hoofd.
‘Geen maar. Alsjeblief. Niet doen.’ Fluistert hij. ‘Ik wil nu even niet aan iemand anders denken.’ Ze knikt en lacht zachtjes.
De eerstvolgende maandagochtend komt Manon na het eerste belsignaal met haar kinderen de klas binnen. Tot haar grote verbazing ligt er een enorme bos rode rozen op haar bureau. De kinderen beginnen enthousiast te roepen en zingen en zijn ontzettend vrolijk voor haar. Verlegen maant ze iedereen aan om plaats te nemen voordat ze de bloemen bekijkt en een klein kaartje midden in de rode bladerenzee vindt.
Eén date. Meer vraag ik niet. Nog niet. Vrijdag. 20:00 uur.
Brasserie ’t Gemak. Tot dan.
Blozend legt ze het kaartje in de bovenste lade van haar bureau, radeloos wat ze met de vele bloemen moet doen. Ze besluit ze tot de eerste speeltijd te laten liggen en probeert zo goed mogelijk les te geven zonder haar aandacht naar de prachtige rozen te laten gaan.
Besluiteloos staat Manon in haar woonkamer. Ze trok een donkerblauwe lange rok aan met een bijpassende blouse, ervan overtuigd dat ze de moed had om naar haar date te gaan. Eenmaal omgekleed en klaar om te vertrekken, loopt ze nu te ijsberen in haar woonkamer. Wat als het niet Cedric is? Wat als die bloemen van één of andere freak komen? Hij heeft niet meer gereageerd op haar mail. Uiteindelijk bekijkt ze haar weerspiegeling in haar raam en praat ze zichzelf weer de nodige moed in om naar brasserie ’t Gemak te rijden. Een half uur later herhaalt ze diezelfde aanmoediging in haar auto op de parking van de brasserie. Wanneer ze uiteindelijk, een kwartier later dan de afgesproken tijd, de brasserie binnenkomt, valt haar oog meteen op Cedric, die hopeloos naar de deuropening kijkt. Zijn ogen lichten meteen op wanneer hij haar ziet. Opgelucht stapt ze naar het tafeltje waar hij op haar wacht.
‘Hoi daar.’ Zegt ze ietwat ongemakkelijk.
‘Hoi. Ga zitten. Alsjeblief.’ Hij gebaart naar de stoel die tegenover hem staat.
‘Ik, euh. Dank je wel voor de bloemen. Dat was lief.’ Haar stem amper een fluistering over het gestommel in de ruimte en de achtergrondmuziek.
‘Ik wilde je aandacht trekken.’ Bekent hij eerlijk.
‘Nou, dat is wel gelukt. En niet alleen mijn aandacht.’ Langzaam kleuren haar wangen een dieprood.
‘Ik heb ervan gehoord, ja. Heel wat ouders hadden het over de rozen voor juf Manon aan de schoolpoort. Het gesprek van de week.’ Gniffelt hij. ‘Ik heb maar niets gezegd.’
‘Dat snap ik, ja.’ Ze verliest zich in zijn heldere blik en verdrinkt bijna in zijn ogen. De avond verloopt heel gemoedelijk. Beiden lachen ze om mekaars verhalen en voelen ze zich bij mekaar op hun gemak. Wanneer het dessert wordt afgeruimd en de ober hen vriendelijk aanmaant dat de zaak stilaan wil sluiten, staan ze alle twee met spijt op van hun tafel.
‘Dank je wel, het was echt heel gezellig.’ Zegt Manon, zodra ze aan haar wagen komt. Ze leunt tegen haar deur en kijkt hem verwachtingsvol aan.
‘Jij bedankt, dat je bent komen opdagen. Ik was eerlijk gezegd echt bang dat je weg zou blijven.’
‘Oh, ik heb getwijfeld. Ik heb ongelooflijk hard getwijfeld. En nu ben ik blij met de keuze die ik gemaakt hebt.’
‘Jij niet alleen.’ Fluistert hij. Hij laat zijn hand tegen haar wagen naast haar schouder vallen en zet een stap dichterbij. Voorzichtig leunt hij voorover, wachtend vlak voor haar gezicht. Ze kijkt in zijn ogen en ziet het verlangen terug dat ze zelf door haar aderen voelt razen. Tergend langzaam overbrugt zij de laatste centimeter voordat hun lippen mekaar raken. Cedrics andere hand graait naar haar nek en trekt haar zo mogelijk nog dichter tegen zich aan. Met zijn tong streelt hij langs haar lippen, vragend zich voor hem te openen. Zodra ze hem toegang tot haar mond verleent, duelleren hun tongen, vragend naar meer. Snakkend naar adem laat ze haar voorhoofd tegen het zijne rusten.
‘We moeten dit langzaamaan doen.’ Hijgt ze zachtjes tegen zijn mond.
‘Rustig. Genoteerd. Ik zal het proberen.’ Lacht hij. Meteen erna stort hij zich weer op haar mond, afscheid nemend voor vanavond.